Loes en Stijn in Kigoma

Monday, October 23, 2006

Einde van de Ramadhani, begin van de regen.

Het einde van de Ramadhani is in Tanzania geen wetenschappelijk vaststaand feit. De regel is als volgt: je vast gedurende 28 (of 29) dagen, daarna kijk je 's avonds naar de sterrenhemel. Als je een streepje maan ziet, zijn de volgende twee dagen conge! Er werd voorspeld dat de maan gisterennacht zou verschijnen, maar dat bleek geen waar te zijn. Gevolg: werkedag. Hoogstwaarschijnlijk verschijnt de maan vanavond Daarna start het feest (Idd al-Fitr) voor de moslims. Wat ze juist doen, weet ik niet. Maar er wordt zeker veel gegeten en beesten geslacht (een kip voor de armere, een geit voor de rijkere).
Het einde van de Ramadhani is dit jaar toevallig ook het startsein van het eerste korte regenseizoen (eind oktober tot en met december). Daarnet was het echt genieten van de eerste extreme plensbui. Meteen vormden er zich riviertjes en modderstroompjes, padden kwamen genieten van de regen en de dweil moest jammer genoeg ook uitgehaald worden (onze ramen zijn nogal brollerig).
Gisteren was het genieten van een ander fantastisch Kigoma-spektakel. Plots zaten we vast in een extreme traffic jam. Bleek veroorzaakt te zijn door de aankomst van de trein! Rond het station stonden ongeveer alle taxi's van heel Kigoma op een erg inefficiente manier op elkaar gestapeld. Daartussen een heerlijke chaos van heel veel mensen met valiezen op hun kop, kindjes op hun rug, visjes in hun handen. Wat kan chaos zalig zijn om te observeren!

Thursday, October 19, 2006

Werken op z'n Afrikaans

Vanmorgen heb ik voor de eerste keer een vergadering bijgewoond. We moesten een missie plannen die op bezoek komt uit New York half november. Heel erg moeilijk...<
Ik wil echt niet clichematig beginnen zagen over de inefficientie van de Afrikanen, maar het was toch wel onvoorstelbaar!!! Wat kunnen die mannen lang over hetzelfde blijven doorbomen, wowwwww. Een cursus vergadertechnieken zou hier erg welkom zijn... Met dit gegeven omgaan maakt natuurlijk deel uit van mijn job en ik wist best wel voor ik kwam dat het moeilijk zou zijn. Maar toch komt de confrontatie weer een beetje hard aan.

Loes

Wednesday, October 18, 2006

Jacobson Beach

Dit weekend hebben we al een beetje van ‘ons meer’, lake tanganyka, kunnen genieten. Op een paar kilometer van ons huis is er een heel aangename plek om te zwemmen en te relaxen: Jacobson beach.  Zalig water en het meer is zo groot dat je net gelijk aan de zee bent! Karlien, een Belgische vrijwilligster, en Daniela, een Roemeense die werkt bij het Rode Kruis, waren ook mee en zijn onze eerste ‘mzungu’-contacten… (mzungu = blanke of buitenlander)

Op de beach vonden we een paar flippie fillipino’s die voor de VN vanuit Kigoma vliegen naar de buurlanden (van die typische stoere piloten…) en ons uitnodigden om mee te genieten van hun BBQ: zalige varkensribbetjes en vis uit het meer. Dat wordt ongetwijfeld een van onze regelmatige activiteiten in het weekend: een lekkere visfilet scheef slaan op de markt, lekker prepareren en bij Jacobson op de BBQ zwieren. En zo de batterijen opladen om er weer eventjes tegenaan te kunnen. Misschien moeten we ook denken aan het kweken van een paar nieuwe hobby’s: vissen (!) of zeilen??

Loes

Saturday, October 14, 2006

Een aantal eerste indrukken uit Kigoma…


We zijn hier nog maar een dag of drie en er is al veel te vertellen. Waar begin ik?

Pas in Kigoma werd ik onmiddellijk verwelkomd door maagproblemen. Na onze eerste maaltijd hier werd ik ‘s nachts wakker en moest alles er weer uit. De volgende dag ben ik grotendeels in bed blijven liggen en zo heb ik mijn eerste werkdag al moeten passen! Een dag later was ik gelukkig weer op de been met een eerste introductie op UNDP. Ik maakte kennis met alle collega’s van de VN-instellingen waarmee we samenwerken. Verder wat gepraat en een eerste planning gemaakt met Ludovicka, mijn Tanzaniaanse coördinator.
Het is al duidelijk dat mijn job geen hapklare brok zal zijn. Tot nu toe runde Ludovicka de coördinatie van het programma alleen. We moeten dus bekijken hoe we de taken kunnen verdelen, en daarbij rekening houden met allerlei gevoeligheden. Ik probeer nu zo snel mogelijk een beter zicht te krijgen op de situatie, zodat ik goeie voorstellen kan formuleren rond mijn werkinvulling.

Het programma dat we coördineren heeft de naam ‘strengthening human security through sustainable human development in Northwestern Tanzania’. Belangrijk om weten is dat we niet zozeer direct werken met de vluchtelingen zelf, maar wel met de ‘host communities’, de lokale gemeenschappen in wiens regio de vluchtelingen verblijven. Het programma werkt dus eerder structureel en wil via een integrale ontwikkeling de regio voorbereiden op een post-crisis-situatie: wanneer de vluchtelingen weg (of bijna weg) zijn en dus ook de enorme hoeveelheid internationale noodhulp verdwijnt.
Een ander element dat meespeelt is de kloof en de spanning tussen de oorspronkelijke bevolking die niet in aanmerking komt voor de humanitaire hulp voor de vluchtelingen, en de vluchtelingen zelf waarvoor gezorgd wordt. De lokale bevolking is evengoed erg arm en moet daarbovenop de extra druk tolereren die de influx van vluchtelingen creëert. Maar later meer daarover...

Een ander hoofdstukje is ons nieuwe huis. We verblijven voorlopig (of permanent, zoals we dat zelf willen) in het huis van Stefan, de Belg die Stijn vervangt op FELISA, het palmoliebedrijfje. Het mist een beetje gezelligheid en luxe (relatieve luxe, bedoel ik natuurlijk, want naar Afrika kom je natuurlijk niet voor de luxe!). Het is schots en scheef gebouwd waardoor je zeeziek wordt als je er in rondloopt, want geen enkele vloer is recht. Maar voor de rest is het best aangenaam met redelijk veel ruimte en een mooi zicht op het meer. Ik denk dat er, mits wat extra inspanningen, wel iets van te maken is.
Voor we beslissen om hier te blijven, kijken we nog eens rond wat er verder te krijgen is op ‘de huizenmarkt van Kigoma’.
Ook is ons huishouden zwaar vermenigvuldigd: we hebben een huishoudster ‘Adolfina’ die vanachter in de tuin in een huisje woont met drie kinderen en ‘een vriend’ en dan hebben we ook nog een bewaker. Ook allemaal bij het huis gekregen...

En dan Kigoma zelf... Jach, dat is alleszins nog een beetje wennen! Het is eerder een groot dorp dan een kleine stad... Maar we kennen hier dan ook nog bijna niets en kunnen dus nog niet echt oordelen. Het is nu het einde van het droog seizoen wat zorgt voor veel stof en een bruin uitzicht: helaas geen uitbundige tropische vegetatie, maar die komt misschien samen met de regen binnen een paar weken...

Friday, October 13, 2006

Zanzibar


Vandaag heb ik net mijn eerste werkdag op Felisa in Kigoma (finalmente!) achter de rug. Maar voor ik jullie daarover vertel, wil ik eerst nog ons Zanzibar-verhaal achterlaten…

In een heerlijk klein vliegtuigje (in Swahili: ‘ndege’ of ‘vogel’) over de riffen van de Indische Oceaan vliegen we naar het kruideneiland Zanzibar. Het eiland vertoeft in een merkwaardige sfeer van ‘ramadhani’. De mensen hier nemen dit nogal serieus: geen enkel restaurantje is open, je kan eten kopen op de markt of in een winkeltje, maar je mag het vooral niet opeten of drinken in het openbaar. De mensen bidden constant, de zangers in de topjes van de minaretten zingen hele mooie Koranverzen…

Wij zijn hier niet om de toerist uit te hangen (misschien een heel klein beetje) maar om Swahili te leren! Daarom verblijven we bij een lokale familie in Stone Town (het historische centrum van het eiland). We krijgen vier uur per dag les, ook tijdens het weekend. Swahili is niet zo gemakkelijk als iedereen ons vertelde. De taal is ontstaan als een handelstaal gebruikt door de zwarten en Arabieren. Later zijn daar ook nog Duitse (‘shule’) en vooral Engelse woordjes (‘baisikeli’) bijgekomen.

Onze leraar is ‘mwalimu’ Farouk een heerlijk ouderwetse leraar. Heel op zijn gemak schrijft hij alles op een krijtbord terwijl wij maar overpennen. Het is een beetje vreemde vogel (hij praat over zichzelf in de derde persoon en bedankt zichzelf de hele tijd) maar hij is erg gepassioneerd door zijn taal en wil ons graag brainwashen.

Van zaterdagmiddag tot zondagmiddag knijpen we er even van tussenuit. We vertrekken naar de oostkust van het eilandje, naar de ‘Paradise Beach Bungalows’. Gezellige cabañas aan een heerlijk strand: geweldig uitgestrekte en extreem witte frisbeeplage. Zwemmen doe je best bij hoog water want bij laag water blijft er van aan het strand tot aan het rif (een kilometer in zee) een laagje water van een halve meter staan. Dan schrijden er heel rustgevend felgekleurde zwarte dames door het water om wieren te oogsten en een babbeltje te slaan. Jammer genoeg doen ze dat niet omdat ze dat al generaties na elkaar doen en die wieren lekker vinden of er iets nuttigs mee doen. Nee, ze verzamelen die om te drogen en te verkopen aan een Japans bedrijf. Onvoorstelbaar toch, die globalisering.

Hiermee wil ik eindigen en in mijn bedje kruipen. ‘Mimi ninakwenda kulala’ (lett.: ‘Ik ga slapen’) zou ik zeggen, maar ik ben er zeker van dat die Tanzanianen dat wel op een andere mooiere manier zeggen…

Stijn

Monday, October 02, 2006

Flarden uit Dar

Terwijl Loes hier al zwaar aan ’t werken is, lig ik hier elke dag op ’t strand. Je kan je al inbeelden welk geweldig mooi rood kleurtje ik heb!

Nee hoor, toch niet waar, ik sta elke ochtend samen met Loes op en probeer overdag met zoveel mogelijk mensen over palmolie, biodiesel en SME’s (small and medium enterprises) te praten. Ik probeer ook uit te zoeken hoe we een betaalbare en betrouwbare internetconnectie in Kigoma kunnen krijgen (moeilijk te combineren…).

Mijn toekomstige Tanzaniaanse partner, Dr. Hongo, is net teruggekomen uit de VS en is hier nu ook in Dar. Hij is met de delegatie van de president naar de VN in New York getrokken om daar over ‘biofuels’ te praten. Dat zorgt ervoor dat er voor FELISA (het palmolie-biodiesel bedrijfje) heel wat deuren opengaan ivm support… Zo zijn we vanmorgen, geloof het of niet, bij de minister van economische zaken langsgeweest. Heel vriendelijke man die mij welkom heette in Tanzania. Altijd leuk. Morgen gaan we zelfs langs bij de eerste minister…

Ondertussen moeten we het beeld dat Loes jullie schetste in het vorig stukje, toch een beetje bijsturen. Goed aangelegde en propere straten vind je vooral in de business en internationale wijk (voorspelbaar). Eenmaal buiten die wijk wordt het toch allemaal een beetje groezeliger: veel putten in de straat, meer afval langs de weg, meer mensen die je iets proberen te verkopen (aanklampen wordt hier wel echt niet gedaan, aangenaam toch).

Eén van de grootste problemen in Tanzania is de elektriciteitsvoorziening. Overdag is er in Dar gewoon geen elektriciteit en alle winkeltjes en bedrijfjes moeten draaien op dieselgenerators. Die zijn erg duur (diesel is duur, leve biodiesel!), maken een vervelend lawaai en stinken… Ongelofelijk!

Woensdag vertrekken we allebei naar Zanzibar voor zes dagen. We zullen er een soort spoedcursus Swahili volgen. Normaal gezien verblijven we in een lokale familie en krijgen we overdag privé-les. Aangezien we maar vier uur per dag les krijgen, zullen we ons de rest van de dag jammer genoeg moeten bezig houden met tropische visjes bekijken door onze snorkel… Jammer toch.

Voila, jullie hebben weer een beetje beter idee van wat we hier uitspoken. Vele groetjes!

Stijn

PS Installeer zo snel mogelijk Skype op jullie PC, dan kunnen we ons af en toe eens wagen aan een chatsessie of telefoongesprekje…